Mechelen 3D
ⓘ
Adegempoort (Intra muros)
ⓘ
Nonnenpoort intra muros
ⓘ
Katelijnepoort intra muros

Een reconstructie van
Mechelen in 3D
Inleiding
De stadsomwalling van Mechelen was een geheel van aarden vesten, muren, bolwerken
en stadspoorten die de Belgische
stad Mechelen omringde.
De Mechelse stadsomwalling telde
twaalf poorten, bestaande uit
zeven grote poorten op de invalswegen, en vijf kleine poorten.
Onder keizer Jozef II werd in 1781 de afbraak van de buitenpoorten en bolwerken
bevolen.
Tegen 1784 waren alle buitenste verdedigingswerken (ravelijnen, contrescarpen,
voorpoorten, schansen en blokhuizen) geslecht.
In de Franse tijd werd bij besluit van 14 juni 1805 de afbraak van de stadsomwalling
bevolen.
In de daarop volgende jaren ging men over tot de afbraak van de meeste stadspoorten
en -muren.
Met het initiatief
Mechelen 3D willen we
de bestaande en verdwenen
stadspoorten terug tot leven brengen .
Werkwijze
Aan de hand van schetsen en tekeningen historische gebouwen en landschappen
van het oude Mechelen terug tot leven brengen.
De Noter tekende vooral historische stadsgezichten, eerst van Gent en later
van Mechelen, waarvoor hij zich baseerde op oude stadsplannen en tekeningen.
Hij werkte vanuit een potloodschets, die hij uitwerkte in een gebroken inktlijn.
Deze tekening kleurde hij in met grote, heldere kleurvlakken waarop hij enkele
schaduwkleuren aanbracht. Hoe indrukwekkend zijn werk ook was - nam hij soms
de vrije loop met verhoudingen, wat resulteerde in een geromantiseerde en
relatief vervormde realiteit.
Maar... hoe was het toen dan echt? Wij zochten het uit, en brengen een
waarheidsgetrouwe
reconstructie van de stad Mechelen en zijn vesten
Zo accuraat mogelijk.
Planning
We zijn gestart met de nog bestaande Brusselse poort, en gaan zo rondom in
uurwerkwijzerszin de binnen- en buitenvesten herontdekken
De 12 Stadspoorten
Extract
"Stadspoorten van Mechelen",
|
|
|
|
|
|
|
|
Sint Katelijnepoort Intra Muros
|
|
|
Mechelen 2D
Foto's Vroeger en Nu
Team
|
Wilfried Montald
is al 5 jaar 3D artiest, die 3D modellen en producten, omgevingen,
AR en VR ontwikkeld
om op die manier historische omgevingen terug tot leven te brengen
en hierdoor een extra toerischtische beleving creëren.
| Activiteiten en disciplines
- Verdwenen orientatiepunten (gebouwen, merkwaardige objecten) visueel
maken.
- Plaatsen in een landschap
- Linken aan QR codes,
- Panoramische 360° foto’s
- AR/VR - Mini Games |
Ontdek meer van Wilfried Montald op Artstation
Contacteer me
Vragen over deze site of interesse om meer te weten?
Neem contact
op
×
Wijnpersgebouw
Gebouwd:
1551
Dit gebouw werd in 1551 opgetrokken, quasi bovenop de kelder van het vorige
gebouw. Het behoorde toe aan de abdij van Sint-Geertrui. De straat langs de
zuidkant van het domein heet vandaag de Wijnpersstraat.
De toren geraakte in verval en werd niet meer heropgebouwd. In de plaats daarvan
kwam eerst een afgeknot dak(je), en nadien kwam er alsnog een kleine spits op,
weliswaar veel lager dan de oorspronkelijke. De tekeningen suggereren dat de
torenspits best hoog reikte. Het valt nog te betwisten of er een peerspits of
uitkijkpost bovenop stond. Wij maakten er alvast een uitkijkpost van, vergelijkbaar
met degene op de Verloren Kosttoren.
Vooraan het perceel trof men een concièrge-woning aan die enkele eeuwen later
werd vervangen door een nieuwe, aanpalend aan de Wijnpersstraat.
×
Hertogelijke wijnpers
Gebouwd:
<1400
Afgebroken:
1648
Reeds in de 13de eeuw werd er aan wijnbouw gedaan in Leuven. De hertogelijke
burcht was omringd door wijngaarden of "wingerds". De hertogen van Brabant hadden
uiteraard hun eigen wijngaarden, en een daarbij horend wijnpersgebouw. Dit gebouw
geraakte doorheen de eeuwen in verval, nadat de hertog al vroeg besliste om
Mechelenin te ruilen voor Brussel. De eeuwen die kwamen verbleven de hertogen
maar sporadisch in Leuven. Het bouwvallig gebouw werd afgebroken in 1648, bijna
samen met delen van de burcht.
×
Templum Dianae
Gebouwd:
<1200
Afgebroken:
1769
De Tempel van Diana was gelegen aan de oostelijke voet van de Keizersberg, op
de plek waar vandaag het laatste huizenblok grenzend aan de Wolvengang zich
bevindt.
De oorsprong van dit gebouw is onbekend. Historici durven zelfs terug te gaan
tot de periode van het Romeinse Rijk. Wat we wel weten is dat het ging om een
eenbeukige romaanse kapel, genoemd naar de godin van de jacht gekregen, omdat
ze een heidense oorsprong zou hebben. De kapel verloor haar functie en werd
omgebouwd tot woonhuis.
Vlak na de aanleg van de vaart wordt in 1769 wordt de woning afgebroken om er
vier pakhuizen te bouwen. De bouwheer is chirurgijn Andreas Godts. De eerste
drie huizen krijgen de naam "Duynkerck", "Ostende" en "Jacqmaer".
×
Verloren Kosttoren
Gebouwd:
1462
Afgebroken:
1787
De tweede stadsomwalling werd rond 1356 gebouwd. Deze had 48 torens en 8 poorten,
en daarbij nog 2 waterpoorten. Rond 1400 begon men aan de "Grote Toren" te bouwen,
die zou dienen als uitkijkpost. Omdat deze er kwam in rustige (vreedzame) tijden
werd hij al snel de bijnaam gegeven van "Verloren Kost".
Boven in deze toren (>60m boven straatniveau!), in het zeshoekige kamertje,
bracht Gemma Frisius uren tijd door, omdat hij van hieruit Brussel en zelfs
Antwerpen kon zien. Hij studeerde aan de universiteit van Mechelenonder andere
wiskunde en astronomie. Hij was de eerste die de driehoeksmeting beschreef in
1533, gebaseerd op de eigenschap dat de driehoek volledig is bepaald door een
zijde en de aanliggende hoeken. Zijn kennis werd gebruikt in de cartografie
en landmeetkunde. Frisius' tijdgenoot en Leuvense inwijkeling Jacob van Deventer
maakte trouwens de oudste (zeer) nauwkeurige kaart van Mechelenrond 1560, mede
dankzij deze driehoeksmeting. Onder Frisius' leerlingen bevonden zich Gerard
Mercator. Toen Frisius hoogleraar in Mechelenwas, heeft ook keizer Karel V wiskundeonderwijs
van hem gekregen. Frisius werkte uiteindelijk samen met Mercator, die op zijn
beurt de tot heden gekende Mercatorprojectie introduceerde, in 1569.
Vanaf de zestiende eeuw zat een stadswacht op de uitkijk boven in de toren.
Hij had er een rode vlag en een witte vlag, de kleuren van het wapen van Leuven.
De toren werd in 1634 enigszins gerestaureerd doch dit was nutteloos, want in
1635 werd de toren erg beschadigd tijdens het Beleg van Leuven. Tijdens een
storm in 1674 vloog de dakconstructie weg en stond de toren voortaan bovenaan
open.
Tijdens het Oostenrijks bestuur in de Zuidelijke Nederlanden diende de toren
als gevangenis (tot 1750). Van 1750 tot 1770 liep iedereen er vrij in en uit;
Leuvenaars bewonderden er het uitzicht over de stad en de wijde omgeving. In
1770 sloot het stadsbestuur van Mechelende toegang af wegens te gevaarlijk.
De toren diende nog even als opslagkamer voor buskruit (1780). In 1787 verkocht
de stad de Verloren Kosttoren aan een particulier en deze brak de toren af.
Sinds 1998 is de ruïne beschermd.
Weetjes:
In Mechelenis een straatnaam, standbeeld én rijschool naar Mercator genoemd.
Op de maan is een krater naar Frisius genoemd.
Tot 2018 gebruikte Google Maps de Mercatorprojectie.
×
Calvariekapel en Heilige Grafkapel
Gebouwd:
?
Afgebroken:
1708
Links staat de kapel met de 7de statie (Derde Val) of Heilige Grafkapel waar
Christus ligt opgebaard. Meer centraal staat de calvariekapel of Heilige Kruiskapel.
Die laatste lag op ongeveer 950 meter van de 1ste statie (het Pilatushuisje),
op de hoek van de Brusselsestraat en Kruisstraat. Deze staties maakten deel
uit van de Kruisweg of
Via Dolorosa. Er liep een holleweg van de Brusselsepoort
tot aan de calvariekapel, waar die vervolgens in twee splitste richting Vilvoorde
en Kortenberg. Op deze infoprent zie je de Brusselsepoort en de rest van Mechelenin
de achtergrond.
Vandaag vinden we op de plek van deze twee kapellen een watertoren en de parking
van KBC, kort aan de velden van Tennisclub Lovanium.
Weetje: calvarie(berg) of schedelplaats in de Bijbelse context is Golgot(h)a:
gulgólet = schedel.
Ooit was hier ook een effectieve galg, net zoals aan de Tiensesteenweg. Daarom
de plaatselijke naam Galgenberg.
×
Boetsvoordehoeve
Gebouwd:
?
Afgebroken:
1569/1851?
Over dit gebouw zijn doorheen de eeuwen verschillende verhalen verteld. Het
zou aan de hertogelijke burcht toebehoord hebben, waar onder meer de jachthonden
verbleven. Het zou ook afgebrand zijn in 1569. We vinden dit gebouw (of een
nieuw) echter terug op prenten van 1600, en zelfs op kadasterplannen van midden
19de eeuw. Soms werden deze hoeve en de Dianatempel als hetzelfde gebouw beschouwd,
ze werden zelfs op verschillende manieren getekend. Er wordt zelfs gesproken
van de Boetsvoordestraat, en ene Willem Boetsvoorde die hier woonde. Wie zal
het ooit kunnen zeggen!
Wij gaan er vanuit dat dit op zijn minst een heropgebouwde Boetsvoordehoeve
gaat.
Ze lag aan de oostelijke voet van de Keizersberg, pal tegen de flank. Van op
het einde van de Koestraat (huidige Vaartstraat) was een brug over de Dijle
genaamd de "Nieuwe brug", met een weg die recht naar dit gebouw leidde.
Varianten op de naam: Baetsfort, Baetsvoorde, Boutsfort, ...
×
Sluismolen
Gebouwd:
1451
Afgebroken:
>1957
Vroeger was er geen rechte Sluisstraat zoals wij ze tot aan het huidige OPEK
kennen, maar liep deze over de brug van de Sluismolen zelf om dan verder te
lopen als wat we vandaag als de Glasblazerijstraat kennen.
De eerste grafelijke (houten) Sluismolen zou rond het jaar 1100 zijn gebouwd.
Pas bij het ontstaan van het hertogdom Brabant werd dit een hertogelijke molen.
Als banmolen bestond de Sluismolen uit een rogge- en tarwemolen, elk aangedreven
door een waterrad. Hij was één van de 39 molens die Mechelenvóór 1400 binnen
binnen zijn tweede stadsomwalling telde.
In 1451 werd de Sluismolen herbouwd volgens de plannen van Gilles Pauwels, bouwmeester
(architect) in dienst van Philips de Goede, wat ons meteen het
bewijs levert dat we met een banmolen te doen hebben. Na beschadigingen
door overstromingen in 1500 en 1532 volgde in 1537 de heropbouw van de sluis
(en molen?) door Jan van Hougaerden, meester-metser in dienst van de stad, volgens
de plannen van Lodewijk van Bodeghem, bouwkundige (architect) van Keizer Karel.
In de 17de eeuw functionneerde de molen als moutmolen.
Volgens de volkstelling van 1597/1598 was de molen opnieuw bewoond. Niclaes
Symoons werkte er met twee knapen en hield twee paarden, de toestand was
dus opnieuw normaal.
Van de molen zelf blijven thans nog enkele muurgedeelten en de oude sluisgaten
over. Heden vervult de sluis van de vroegere Sluismolen nog steeds een belangrijke
regulariserende functie inzake de waterbeheersing van de Dijle en de waterbevoorrading
van de Leuvense vaart. De twee vrij identieke molengebouwen met trapgevels
bleven tot ca. 1945 goed bewaard. In 1957 was het dak ingestort.